Sommige films hebben gewoon niet zo’n zin om gelabeld te worden. Heartstone is er zo een. IJslandse coming-of-agefilm met roze tint? Sure. Maar dan is nog geen woord gezegd over het belang van vriendschap, de harde en zachte dwang om je te conformeren en oneetbare vissen.
In een klein IJslands vissersdorpje is het leven hard. Als een moeder gescheiden is, is dat schande genoeg – dus een nieuwe liefde is niet de bedoeling. Als schapen gebeten worden door een wilde hond, krijgen ze een kogel door de kop – hun vlees kan besmet zijn geraakt, het wordt verbrand. Als grote joekels van gevangen vissen niet snel genoeg worden gekoeld en opgegeten, worden de karkassen weggegooid.
Maar dat deze kleine wereld behoorlijk onbarmhartig kan zijn, dat leer je pas gaandeweg, ook als je er woont. Het verhaal begint nog wel zo spannend, zo zonnig, zo zintuiglijk – jongetjes liggen in hun blote bast op een pier, de een kijkt steels naar de ander, hoe hij de kersverse haartjes onder zijn armen inspecteert, de camera maakt al die zon en huid haast tastbaar. Dan zwemt er een school vette vis voorbij, de jongens vangen ze en kunnen hun geluk niet op. Een niet-eetbare ‘donderkop’ die ook wordt gevangen, kwakken ze voor de lol op de kade en trappen ze kapot. Al die dode dieren zijn natuurlijk een kwaad voorteken, en toch werkt het fenomenaal, er hangt een geheimzinnige doem in de lucht van iets oers, iets noodlottigs.
Heartstone, dat al tientallen internationale prijzen in de wacht sleepte, gaat over het jongetje Thor en zijn grote vriend Kristján, die jongen die al okselhaar heeft en die Thor voorgaat in het man-worden. Hoe oud deze beste vrienden zijn wordt niet genoemd, maar ze zitten op de leeftijd van belangrijke levensvragen als: heb je al eens gezoend? Ben je al eens dronken geweest? En vanaf die eerste scène op de kade vraag je je als kijker af: vindt de een de ander leuk? Vinden ze elkaar leuk? Of speelt het naar elkaar (op)kijken zich af in die diffuse wereld van het aftasten en uitproberen, een tijd waarin alles onbepaald is en gewoon helemaal openligt? En áls er iets gaat gebeuren, hoe zal die benauwende omgeving daar dan op reageren? Want dat in een universum dat bevolkt wordt door alcoholistische vaders, een zus die aan de eettafel duistere poëzie voordraagt en een boer die schapen afknalt niet altijd iedereen lang en gelukkig zal leven, daar hoef je geen mensenkennis voor te hebben.
Naast de benauwenis van dat kleine dorp, en de uitsluitingsmechanismen waarmee volwassenen en kinderen elkaar klein houden en in de juiste vorm kneden, laat Heartstone – en dat raakt dankzij het contrast uiteindelijk misschien nog wel meer dan al die hardheid – ook de schóónheid zien van opgroeien in dat kleine IJslands dorp, met al zijn natuur, verveling en avonturen, zoals een spelletje Truth or Dare. En gaandeweg weet de film wonderschoon de essentie te vangen van hoe mooi, hoe noodzakelijk het is een echte vriend te hebben, iemand met wie je je verbonden weet.
Als je nu denkt dat dit speelfilmdebuut van de IJslander Gudmundur Arnar Gudmundsson (waarin kinderen zo goed acteren dat je bijna zou vergeten wat voor acteer- en regieprestatie dat is) een kinderfilm of coming-of-agefilm is: vergis je niet. Het is een ongehaast, nooit uitleggerig of eenduidig filmisch kleinood voor volwassenen die weten hoe het is om een kind geweest te zijn, of die het zich willen herinneren.